Soepvlees
De borst van een rund ziet eruit als een groot, lichtrood, vezelachtig stuk vlees met in het midden het borstbeen. Dat is omringd door vet en vlees. De uiteinden waar de ribben in passen bestaan uit kraakbeen. Die gaan allemaal mee in de soep, want de borst is een uitstekend stuk om sterke, iets vettere bouillon van te trekken. Het vlees scheidt al zijn voedingsstoffen af in het vocht en is nadien niet meer lekker om op te eten. De beenhouwer zaagt de borst in schijven. Het vlees dat niet in de soep gaat, gebruikt hij voor americain of hamburgers. Het verlengde van de borst is de platte rib, een hoog stuk van 12 cm, verdeeld in grote vleeslappen. De beenhouwer snijdt de ribbenkast van een rund in vier stukken, telkens met een rib erin. Elk stuk is ongeveer 10 op 10 cm groot en weegt 500 à 600 gram. Het vlees is erg mager en fijn, en lekker om na het koken van een bouillon op te eten. Daarin verschilt het van de borst en de vang. Wie een geschikt stuk soepvlees voor een sterke bouillon of lentegroentesoepen, moet niet verder zoeken. Je kunt ook kip gebruiken maar de croquant bezorgt je bouillon een veel intensere smaak. @ 8,5€/kg