Menu

De vogelnestjes ‘Van vlees en bloed’

De vogelnestjes ‘Van vlees en bloed’

Printen

Werkwijze

Voor de tomatensaus:
Fruit de ui en de knoflook in de twee eetlepels olijfolie op een laag vuur.
Doe er het pepertje, de oregano en tomaten bij.
Breng alles aan de kook en laat 45 minuten zachtjes sudderen. Roer de azijn erdoor en breng op smaak met peper en zout. Werk af met de extra vergine olijfolie.

Voor de vogelnestjes:
Kook de eieren gedurende acht minuten en laat ze daarna schrikken in ijskoud water. Pel de eitjes.
Meng het gehakt met het broodkruim, de peterselie, de knoflook en de eierdooier. Breng op smaak met peper en zout.
Verdeel het gehakt in vier porties. Rol telkens een portie tot een bol en plet die op je handpalm, als een hamburger.
Leg er een ei in, vouw het gehakt errond en rol tot een echt vogelnestje. De kunst is het ei in het midden te houden.
Een tip om makkelijker te rollen: was vooraf je handen, dep ze droog, maar zorg ervoor dat ze nog een klein beetje vochtig blijven. Zo blijft het gehakt niet kleven en kun je perfecte bollen rollen. Rol elk vogelnestje eerst door een losgeklopt eiwit en daarna door het paneermeel, zodat ze een mooi jasje krijgen.
Leg de gehaktballen in een ovenschaal en braad deze gedurende 20 minuten in een oven van 180 °C. Wie zweert bij de authentieke bereidingswijze, bakt de nestjes in frituurolie van 180 °C, tot ze goudbruin zijn. Draai ze tussendoor eens om ze gelijkmatig te houden.
Snij de gehaktballen doormidden en giet de tomatensaus errond.

Vogelnestjes moet je gewoon eten met veel saus en een smeuïge aardappelpuree!